Onderwijs
Met plezier leren. Dat is het doel van iedere leerkracht. Wanneer de interne motivatie gevonden is, gaat het schoolse leren makkelijker. Daarom maken we de lessen zo aantrekkelijk dat een leerling eigenlijk niks anders meer wil doen dan meedoen met de les. We bereiken dit door in te spelen op de mogelijkheden en interesses van de kinderen waardoor ze open staan om nieuwe vaardigheden uit te proberen. Daarnaast is structuur van belang. Een leerling moet weten wat hij of zij kan verwachten tijdens de les, maar ook wat de leerkracht van de leerling verwacht. Daarom worden de lessen gevormd door middel van het effectieve instructie model (EDI). Dit model wordt in alle groepen gebruikt. Dit geeft duidelijkheid en routine door de hele school.
Instructie
Tijdens een les met de EDI-structuur staat het lesdoel centraal. Vanuit dit lesdoel doet de leerkracht een strategie voor, oefenen de leerlingen samen mee met de leerkracht en oefenen ze daarna in twee of drietallen het lesdoel nog een keer. Daarna gaan de leerlingen zelf aan de slag. De leerkracht geeft tijdens het werken les aan groepjes. Een lesdoel kan behaald worden door uit een methode te werken, maar ook vanuit andere activiteiten. Zo zitten er in kooklessen leerdoelen verweven op het gebied van begrijpend lezen en rekenen. En natuuronderwijs wordt aantrekkelijker door daadwerkelijk slootdiertjes uit een sloot te halen.
Het onderwijs van de Laurentiusschool wordt gevormd door de drie pijlers; samenwerken, vrijheid in gebondenheid en zelfstandigheid. Deze pijlers zijn voortgekomen uit het Dalton onderwijs.
Samenwerken
Wanneer kinderen samenwerken, gaat het niet alleen om de sociale vorming. De gesprekken tussen de leerlingen gaan over het lesdoel, strategieën worden benoemd en tijdens dit proces wordt er direct feedback gegeven op het handelen door de leerlingen. Hier zit een enorme meerwaarde voor het leerproces.
Samenwerken is om die reden al ingebouwd in de instructie van de leerkracht, maar komt ook terug tijdens de verwerking en bij het hoekenwerk. In de onderbouw werken de kinderen in hoeken waar lesdoelen in thema’s centraal staan. Een bouwhoek waar ‘meten’ centraal staat of een schrijfhoek waar de letter ‘k’ geoefend wordt. Richting de bovenbouw worden de hoeken veelal ingericht met leerzame spellen. Spellen om de tafels te automatiseren of verschillende soorten leesopdrachten.
Vrijheid in gebondenheid
De kinderen krijgen de vrijheid die ze aankunnen. De leerkracht geeft hier sturing aan. Vanaf de onderbouw werken de kinderen met een dagtaak. Op de dagtaak staat al het werk wat de kinderen die dag zelfstandig moeten doen. De leerkracht begeleidt dit proces en helpt waar nodig met structureren en kan meer keuzevrijheid geven als een leerling dat aankan. In de bovenbouw gaan kinderen over op een weektaak. Daar staat al het werk voor de gehele week op. Het keuzewerk staat ook op een weekplanning.
Zelfstandigheid en eigenaarschap
De Laurentiusschool stimuleert de zelfstandigheid van kinderen. Het is belangrijk dat de kinderen de verantwoordelijkheid voelen voor hun eigen leerproces en leren terugkijken hoe het gegaan is. De leerkracht stuurt dit proces, geeft de verantwoordelijkheid waar het kind het aankan en reflecteert hier samen op.